Let op, elke wol, haaknaald en maat verschilt.

Dit is gebaseerd op mijn wol en haaknaald. 

• De lengte van je losse bepaal je door te meten vanaf je sleutelbeen tot ongeveer je elleboog.
• Je maakt een rij van 60 losse op. Bij elke 20 zet je een merkje, dit voor je patroon in toer 2.
• Je begint nu met 20 vaste steken, dan zet je een merkje in de 20ste steek. 
• Dan maak je 20 halve stokjes, in de 20ste weer een merkje. 
• Nu maak je 20 stokjes. 
• Maak 1 losse om je werk te keren. 
• We gaan nu werken in de achterste lus van de V die je hebt, van bovenaf gezien.
• In de eerste steek maak je meteen je eerste stokje. Werk door tot het merkje.
• Herhaal dit tot je de gewenste breedte hebt. (patroon dat ik van internet heb is ongeveer 1.60 meter breed.
• Nu maak je de lap aan elkaar, door middel van halve vaste te maken. Aan het einde knip je je draad af en maak je de lap dicht.
• Werk je losse draden meteen weg. 

Afhankelijk van het formaat van je poncho verschillen het aantal vaste steken. 

• In mijn geval heb ik 174 vaste gehaakt. 
• Deze aantal vaste steken deel je door 2 en kom je op 78 vaste uit, hier zet je een merkje.
• Nu bepaal je de grootte van je armsgat. Je telt vanaf het merkje 12 steken elke kant op en zet je ook een merkje. Dan heb je inclusief de merkjes 25 vaste geteld. 
• Het middelste merkje mag je nu eruit halen. 
• Haal je draad weer omhoog, en maak eerst een losse om je werk omhoog te brengen.
• Ik begin nu met halve stokjes paarsgewijs ipv vaste in vaste te maken. Dit omdat ik een ander patroon wens. Je begint en eindigt je toer altijd met een halve vaste, in die eerste halve vaste begin je ook meteen met je eerste steek half stokje paarsgewijs.
• Haak nu door tot het tweede merkje.
• In de steek waar het merkje zit haak je je laatste vaste. 
• Maak nu een ketting van 23 losse. Dit is precies het aantal dat tussen de merkjes zit. 
• Deze maak je vast in de steek van het merkje met een vaste. (In mijn geval een halve vaste omdat ik hier een andere steek gebruik).
• Nu haak je verder met je patroon tot het volgende merkje.
• Dan maak je weer een ketting van 23 losse en maak je weer vast met de steek die behoort bij je patroon.

** Nu merk je dat je bij je laatste ketting nog een stukje over hebt waar je nog niet de tweede rij hebt gehaakt. Hier kom ik later op terug als ik met de mouw ga beginnen 

• Je gaat door met de steken tot je bij de eerste ketting van 23 losse bent.
• Afhankelijk van je patroon moet je hier even je steken kiezen. Ik ben gewoon doorgegaan met de halve vaste paarsgewijs. 
• Als je aan het einde van de eerste ronde bent, kan je ervoor kiezen dat je of door haakt, of dat je deze vastmaakt met een have vaste en met een losse omhoog gaat. Die keus ligt bij jezelf.
• Ik ben begonnen met 3 rijen halve stokjes paarsgewijs.
• Dan 3 ronde halve stokjes, vanaf hier ben ik gaan haken in de achterste lus. 
• Dan 3 ronden stokjes, let op hier ben ik van haaknaald 6 naar haaknaald 5 gegaan. 
• Dan 3 ronde dubbele stokjes, ben naar haaknaald 4,5 gegaan. 
• 3 ronde stokjes.
• 4 ronde halve stokjes.
• 3 ronde stokjes.
• 2 ronde dubbele stokjes.
• 3 ronde stokjes.
• 2 ronde halve stokjes.
• 2 ronde stokjes.
• 1 ronde halve stokjes.
• 1 ronde vaste.
• Nu ga je met je patroon beginnen. 

Mouwen:

** Zoals eerder aangegeven heb je een stukje waar je nog geen vaste hebt gemaakt. Maak hier eerst een stukje vaste zodat je weer gelijk uitkomt. Volg voor de rest onderstaande beschrijving. 

• Maak eerst een rij vaste zodat je hierna met je patroon verder kan. 
• Ik heb hier gekozen voor verschillende steken. Let op dat je ongeveer een 24 ronde maakt. Zodat de mouw op je pols terecht komt. Afhankelijk van wat jij wil en mooi vind, bepaal jij jou patroon en aantal ronde. 
• Ik ben begonnen met 3 rijen halve stokjes paarsgewijs.
• Dan 3 ronde halve stokjes, vanaf hier ben ik gaan haken in de achterste lus. 
• Dan 3 ronden stokjes, let op hier ben ik van haaknaald 6 naar haaknaald 5 gegaan. 
• Dan 3 ronde dubbele stokjes, ben naar haaknaald 4,5 gegaan. 
• 3 ronde stokjes, gebruik nu haaknaald 4. 
• 4 ronde halve stokjes.
• 2 ronde stokjes.
• 1 ronde dubbele stokjes.
• 2 ronde stokjes.
• 2 ronde halve stokjes.
• 2 ronde vaste, in de laatste ronde heb ik -1 gedaan, zodat ik op 54 steken uitkom. 
• Dan een ronde vaste maken in de hele steek. 
• Nu ga je met je patroon beginnen. 

Kraag:

• Je maakt eerst een ronde met vaste, 1 in de deuk en 1 in de berg. Deze maak je dicht met een halve vaste. 
• Dan ga je nu pas beginnen met je patroon. 
• Je maakt 1 losse om op te hoge en je maakt een rij vaste in de achterste lus, zodat je weer een patroon krijgt.
• Als je aan het einde bent, ga je niet je ronde sluiten, maar je haakt nog een 5 vaste door in de lus van je vorige rij. zodat je een overlap krijg. 
• Pas tussendoor even hoe de kraag zit, dan wee je of je moet minderen of moet meerderen in je kraag.
• Je maakt 1 keer losse en gaat weer vaste haken in de achterste lus.
• In mijn geval heb ik 3 rijen vaste gemaakt.
• Dan 1 rij stokjes.
• 1 rij halve vaste, 2 rijen stokjes, 2 rijen halve vaste, 2 rijen stokjes, 2 rijen halve vaste en 1 rij vaste.
• Werk af. 
• Dan heb je je kraag/boord bijna klaar. 
• Nu ga je aan de goeie kant, de kant die naar beneden geslagen word een rand maken. Begin bij de kraag die aan de buitenkant valt.
• Maak hier een rand vaste. Op de hoek maak je 3 vaste in dezelfde lus, zodat die mooi rond gaat lopen. 
• Doe dit bij de andere hoek net zo.
• Nu heb ik gekozen om ook hier het patroon toe te passen.
• Werk je draadjes weg en je kraag/boord is klaar.

Tot slot heb ik nog een koord gemaakt en deze door de kraag heen geweven bij de stokjes. Deze kan je dan aantrekken zodat deze beter blijft zitten..

Het Patroon aan het einde van de mouw en onderkant poncho.

Let op, het aantal steken moet deelbaar zijn door 6 voor onderstaand patroon. 

1. Je begint met 2 losse, dan 2 steken overslaan en 1 vaste maken, dit herhaal je tot het einde. 
2. Je haakt 4 losse, dan in de vorige vaste maak je een stokje. Dan 4 losse en in de volgende vaste maak je die vast met een halve vaste. Dan weer 4 losse en weer een stokje in de vorige vaste. Dit herhaal je en je sluit met een halve vaste in de eerste halve vaste van deze ronde. 
3. Dan maak je 4 losse, in je vorige stokje maak je 2 stokjes, dan 1 dubbelstokje, dan 3 losse, deze steek je in de "V" van je stokje en de voorste lus van je dubbele stokje en maak je vast met een halve vaste. Dan maak je weer 2 stokjes in hetzelfde lusje als die andere stokjes.
4. Dan een dubbel stokje in de halve vaste van de vorige ronde. 
5. Dan herhaal je stap 3 op de 4 losse na. 
6. Dit blijf je herhalen tot het einde.
7. Je hebt als laatste je stokje gemaakt. Maak nu met een halve vaste je ronde dicht in de laatste losse van de eerste 4  losse die je hebt gemaakt.