Haaksymbolen en haaktermen (afkortingen)
| Amerikaans (USA) | Afkorting | Engels (UK) | Afkorting | Nederlands | Afkorting |
|---|---|---|---|---|---|
| chainstitch | ch | chainstitch | ch | Losse | l |
| slipstitch | sl.st | slipstitch single crochet | sl.st sc | Halve vaste | hv |
| single crochet | sc | double crochet | dc | vaste | v |
| half double crochet | hdc | half treble | htr | Half stokje | hst |
| double crochet | dc | treble | tr | Stokje | st |
| triple crochet | trc | double treble | dtr | Dubbel stokje | dst |
Nederlandse haaktermen
Amerikaanse haaktermen
Een overzicht van alle Amerikaanse haaktermen op een rijtje:
Engelse haaktermen
De Engelse haaktermen zijn net een beetje anders:
Een 'halve vaste' wordt ook wel 'single crochet' genoemd.
Afkortingen.
Om ruimte te besparen worden in haakpatronen veel afkortingen gebruikt. Hier onder een overzicht van de meest gebruikte afkortingen.
3d.stk. of ddstk. = Driedubbel stokje
Aanh. = Aanhechten
Afh. = Afhechten of afhalen
Afk. = Afkanten
Afw. = Afwisselen
Beg. = Begin/beginnen
Begl. = Beginlosse
Cl. = Cluster
Cm. = Centimeter
D.stk. of dbst. = Dubbel stokje
Doorg. = Doorgaan
Doorh. = Doorhalen
Eind. = Eindig
GK = Goede kant (voorkant)
Gr = Groepje
H.stk. of hstk. = Half stokje
H.v. of hv. = Halve vaste
Haaknld = Haaknaald
Heeng. = Heengaande
Herh. = Herhalen/herhaling
HK = Hoofdkleur
In. = Inch(es)
Inst. = Insteken
Keerl. = Keerlosse
Kntst. = Kantsteek
Kr.st. of K. = Kreeftsteek
Ktng. = Ketting
L. = Losse
L.boogje of lbg. = Lossenboogje
Ls. = Lus/lussen
M = Meter
Meerd. = Meerderen
Mind. = Minderen
Mm = Millimeter
Mt. = Maat
Nld = Naald/naalden
Omsl. Of oms. = Draad omslaan/omslag
Ong. = Ongeveer
Oph. = Ophalen
Opz. = Opzetten
Opzl. = Opzetlosse(n)
Oversl. Of ovsl. = Overslaan
Patr. = Patroon
Pc = Picot of Popcorn (Let op! Dit zijn twee heel verschillende dingen. Zoek in jouw boek of tijdschrift de benaming die ze bedoelen.)
R.st. = Reliëfstokje
Regelm = Regelmatig
Rest. = Resterende
Ro. = Ronde of rondje
Rmt. of r. = Ruimte
Sam. Of smn. = Samen
St. = Steek/steken
Stk. = Stokje
Stksam. = Stokjes samen haken
Terugg. = Teruggaande
Tr. = Trosje
Tus. = Tussen
V. = Vaste
VK = Verkeerde kant (achterkant)
Volg. Of vlg. = Volgende
Vor. = Vorige
Vv. = Veelvoud
Weersk. = Weerskanten
Yd(s) = Yard(s)
Reactie plaatsen
Reacties
Dank je wel voor de goede uitleg en dan de Engelse en Amerikaanse vindt ik super handig wouw dat het er ook was voor breien